Het is weer december en dat betekent voor veel mensen dat ze wat vaker dan gemiddeld culinair gezien de bloemetjes buiten zetten. Zeker rond de feestdagen. Maar ja, wat moet je kiezen? In onze samenleving is er volop keus. Wild en gevogelte doen het de laatste jaren goed terwijl varkens- en rundvlees opboksen tegen een tanende populariteit. De kiloknallers gaan waarschijnlijk nog meer terrein verliezen als de consument echt in de gaten krijgt dat er veel dubieus vlees verkrijgbaar is.
Vis, schaal- en schelpdieren zijn echter een uitstekend alternatief. De natuur zorgt ervoor dat er elk jaargetijde meerdere vissoorten in de bloei van hun leven zijn. Ze bereiken op bepaalde momenten van het jaar dan hun piek. Tijdens zo´n piek is de betreffende vis culinair gezien op zijn best.
Hoewel weinig gegeten, is schar zo´n wintervisje die het hartstikke goed doet. Gebakken schar is tijdens de wintermanden lekkerder dan gebakken schol. Die laatste bereikt namelijk zijn piek tussen mei en oktober. Verder is kabeljauw, die van lage watertemperaturen houdt, ook zeer de moeite waard. De kabeljauw, waar nauwelijks nog gericht op gevist wordt, komt per ongeluk wel eens in de netten terecht. De vis is niet altijd even goedkoop, maar leent zich om op verschillende manieren bereid te worden; gepocheerd, gebakken of in de oven. Vanaf november voeren Nederlandse vissers en onder Britse, Franse en Belgische vlag varende vissersvaartuigen wekelijks partijen mul, rode poon en inktvis aan. Deze vissersvaartuigen opereren in Het Kanaal en soms zelfs in de Golf van Biskaje waar de genoemde vissoorten na een zomers verblijf in de Noordzee de winter doorbrengen. Scheveningen, IJmuiden en Urk zijn de belangrijkste aanvoerhavens van poon, mul en inktvis. Verder zijn ook schaal- en schelpdieren een ware traktatie om te serveren. Voor wat betreft garnalen maakt het niet uit wanneer ze gevangen worden. Het is geen seizoensproduct. Zij zijn het hele jaar door verkrijgbaar en ondergaan geen biologische veranderingen waardoor de smaak beter of minder wordt. Bovendien worden ze hier voor de kust gevangen. Garnalen die in Nederland gepeld zijn, bevatten minder conserveringsmiddelen en zijn veel lekkerder dan de garnalen die in Marokko gepeld zijn en daarna weer een lange reis terug moeten maken. Tenslotte zijn er ook nog mosselen. Zolang het nog niet vriest, kunnen mosselkotters uit voornamelijk Zeeland de mosselen van hun kweekpercelen in de Waddenzee en de Oosterschelde wegvissen. Alvorens de mosselen op de markt verschijnen, hebben ze op speciale percelen in de Oosterschelde (nabij Yerseke) een verwaterperiode van ongeveer een week tot tien dagen achter de rug. Daardoor krijgen ze het predikaat Zeeuwse mossel. Bij Simonis doen ze er alles aan om het assortiment breed te houden, dus bij ons kunt volop aan uw trekken komen. Op de foto ziet u een moderne mosselkotter uit Bruinisse, die wekelijks op de Waddenzee vist.