Greenpeace pleitte onlangs voor natuurreservaten in zee en een verbod op vangstmethoden die schadelijk zijn voor het bodemleven. De milieuorganisatie hekelt de visserij die gebruik maakt van zware sleepnetten en ziet graag dat visbestanden nog meer met rust gelaten worden. In een interview op tv in juni verkondigde de Greenpeace zet consument op verkeerde been.
Campagneleider van Greenpeace dat de zware kettingen van vistuigen veel schade aanrichten aan het prachtige bodemleven van de Noordzee, waaronder uiteenlopende bodemorganismen en veel koud waterkoralen. De Nederlandse vissers begrijpen er in elk geval geen snars meer van. Ze worden een beetje moe van de ongenuanceerde uitspraken van de milieuorganisatie. De kottervloot is in pakweg tien jaar tijd gehalveerd en de sector zit in een serieus verduurzamingsproces. ´Greenpeace kan het zich waarschijnlijk niet veroorloven om zich koest te houden. Het is bijzonder lastig om te strijden tegen een dreiging die behoorlijk gemarginaliseerd is. Behalve kabeljauw, die volgens de biologen nog wel een oppeppertje kan gebruiken, staan de meeste commerciële visbestanden in de Noordzee er redelijk tot zeer goed voor. Visstandtechnisch gezien zou de milieuorganisatie het moeten toejuichen dat er sprake is van een gunstige situatie en op basis daarvan haar kritiek nuanceren. Het is duidelijk dat de strategie van Greenpeace een confronterende boodschap impliceert. Het heeft even geduurd, maar de kottersector heeft inmiddels grote stappen in het verduurzamingsproces gemaakt´, aldus schipper Piet Sperling van de Ouddorper kotter OD-6 die in de zomer elke week in Scheveningen z´n vangst ter verkoop aanbiedt. Niet alleen de Nederlandse vloot is gehalveerd, maar ook de Belgische en de Deense vloot hebben fors moeten inleveren. Daardoor is de visserijdruk afgenomen en dat ervaren de Ouddorper vissers vrijwel wekelijks op zee.´ ´We wisten laatst in minder dan vier etmalen liefst 600 kisten vis scheep te zetten. En dan zijn we niet de enige vissers die dat ervaren. We beginnen de visweek op zondagnacht om een uur en meestal zetten we pas op maandagmiddag na vier uur voor het eerst uit. Donderdag voor het middaguur moeten we dan weer stoppen om op tijd te Scheveningen binnen te lopen. We vangen volop schol en tarbot, griet en tongschar doen het eveneens goed. En we zitten echt niet onder de kust, want daar hoor ik dat schol het eveneens goed doet, maar dat ze vastlopen in de schar. Tong blijft altijd een moeilijk voorspelbaar visje. Dat bevestigen de biologen zelfs. In de zomer gaat het bij ons voornamelijk om schol en zwartvis en dat loopt prima´, zo laat schipper Piet Sperling enthousiast weten.
Op de foto de Texelse kotter ´Jan van Toon´ die de Scheveningse haven verlaat op weg naar de visgronden. De kotter vist met een vistuig dat uitgerust is met elektrische pulsen om zodoende minder bodemberoering te veroorzaken en nog selectiever te vangen.