Makreel

De makreel (Scomber scombrus, ook wel "gewone makreel" of "Atlantische makreel" genoemd) is een straalvinnige vis uit de orde van baarsachtigen (Perciformes).

Een makreel wordt 30 tot 50 cm lang. De voorste rugvin heeft 11 tot 13 slanke stekeltjes en er is een diep ingesneden staartvin. Tussen de rug- en staartvin en tussen de anaalvin en staartvin bevinden zich kleine vinnetjes. Het maximale geregistreerde gewicht is 3400 g, de maximaal vermelde leeftijd is 17 jaar.

De makreel is een schoolvis die dicht bij het wateroppervlak zwemt. In de zomer komen de vissen dicht bij de kust voor en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren. Het voedsel (kreeftachtigen en vissen) wordt aan de wateroppervlakte gezocht. De paarperiode loopt van mei tot juni.

De vis komt voor in de Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, het Middellandse Zeegebied en de Zwarte Zee.

De makreel is van groot commercieel belang en een populaire vis voor de consumptie. Bij vrijwel alle viskramen wordt de vis verkocht. Het vlees bevat zeer veel vitamine B12. Het rode visvlees van de makreel bederft heel snel; om deze reden wordt de meeste makreel gestoomd verkocht.

Makreel wordt in warme vochtige lucht van ca. 60 graden gaar gestoomd. Daarna wordt ze door een rookcondensaat gehaald waardoor de oxidatie van de vetten wordt onderbroken. Het echte roken van makreel gebeurt hoofdzakelijk door sportvissers aan huis. Ook verse makreel is goed eetbaar. Vanwege het snelle bederf is het verstandig om zelfgevangen en snel schoongemaakte en gekoelde makreel te gebruiken.

In de Noordzeehavens zijn veel vissersboten die groepen of individuen de gelegenheid bieden met de hengel op makreel te vissen. Ze zoeken de scholen vis op. Bij het vissen wordt op deze boten meestal gebruikgemaakt van een verenpaternoster met diverse haken. Daardoor is het mogelijk meerdere makrelen tegelijk te vangen.