De hoeveelheid vis die op een duurzame manier gevangen wordt, neemt langzaam maar gestaag toe. Dat betekent dat vis op een verantwoorde manier uit zee gehaald wordt. De milieuorganisaties en de instanties die verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van de duurzaamheidslabels zijn daar ontzettend blij mee, evenals de visserijsector. Immers, de sector kan daarmee aantonen dat de vissers zich realiseren dat er voldoende vis over moet blijven voor volgende generaties.
Tegelijkertijd is het een bewijs dat zij zich ook willen inzetten om milieuvriendelijke vangsttechnieken toe te passen. In Nederland zijn de laatste jaren veel stappen gezet om aan de wensen van de grote supermarktketens en vooral de milieuorganisaties te kunnen voldoen. Zij hebben de overheid en de visserijsector onder druk gezet om de vissers zover te krijgen dat ze niet alles uit zee wegvissen. De natuur is per slot van rekening niet gebaat bij een lege zee. De visser overigens ook niet. En dat de visser af en toe tot de orde moet worden geroepen kan geen kwaad, want anders zou ie in al zijn enthousiasme te veel aan de visbestanden onttrekken. Maar u als consument laat nog te weinig van zich horen als het gaat om het kopen van duurzaam gevangen vis. Voor velen is het een onbekend begrip en doorgaans zit er een wat hogere prijs gekoppeld aan duurzaam gevangen vis, waardoor de intentie om te kopen vrij snel verslapt. Dat is jammer, want de visserman doet uiteindelijk zijn best om op een verstandige manier vis te vangen. Het heeft hem geld gekost. Hij heeft moeten investeren in alternatieve vangstmethoden, energiezuinige motoren, andere materialen en een nog betere behandeling en opslag aan boord. Hoewel ook vissers wel eens in de fout gaan, kunt u er van op aan dat het met de visbestanden in de Noordzee en het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan bijzonder goed gaat. Dit jaar mag er weer 15 procent meer schol gevangen worden dan in 2013. Helaas moeten de vissers genoegen nemen met een kleiner quotum tong dan vorig jaar. Dat zit ze niet lekker, want op zee constateren ze dat daar ook genoeg van rondzwemt. De biologen zijn echter van mening dat het geen kwaad kan om de visserijdruk op tong dit jaar terug te dringen, zodat het bestand de kans krijgt zich nog verder te ontwikkelen. Als het tongbestand verder groeit en de biologen zien dat terug in hun onderzoek, dan is er een grote kans dat ze in 2015 weer meer tong mogen vangen. Voor de Nederlandse kottervloot is dat de belangrijkste soort. Tong levert een gemiddeld aantrekkelijke prijs op en bepaalt dus in grote mate het financiële resultaat van het visserijbedrijf. Schol is qua volume weer belangrijk voor de kottervloot. De visser zou alleen graag willen zien dat deze platvis wat meer oplevert. Voor deze periode zit dat er helaas niet in, want de schol is nu mager omdat het dier deelneemt aan de paaiperiode. Er zit dus niet veel visvlees aan. Vanaf april begint schol zich weer een beetje te herstellen. Dat gaat aanvankelijk langzaam, maar naarmate de zomer in zicht komt, krijgt ie wat meer body. Vanaf dat moment is het heerlijke vis om klaar te maken. En daar hoef je geen topkok voor te zijn. In de folie wikkelen en dan in de oven is een optie waarbij de basale smaak goed tot uitdrukking komt. En bakken in de roomboter met een beetje zeezout is ook bijzonder smakelijk. Kortom, nog even geduld dus. Op de foto twee Texelse kotters in de haven van Oudeschild die wekelijks op schol en tong vissen. (foto W.M. den Heijer)