Ja, bij Simonis liggen vele soorten vis in de koelvitrine. Een groot deel koopt Simonis op de Scheveningse visafslag. Daar komt een paar keer per week een enorme variëteit aan vis binnen. Keuze genoeg. Maar Simonis haalt ook vis uit andere Europese landen. Dat zijn meestal soorten die elders op de Noordzee rondzwemmen en hier niet worden aangevoerd.
Desalniettemin gaat de meeste Noordzeevis die op Nederlandse afslagen aangeboden wordt naar het buitenland. Ruim 90 procent van alle verse vis, gevangen door Nederlandse vissersvaartuigen en aangeland in Nederland, vindt zijn bestemming in vooral Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Zwitserland. Een klein deel daarvan komt in landen buiten Europa terecht. De vloot trawlers die op makreel, haring, horsmakreel, blauwe wijting, sardinella en sardine vissen, moet het helemaal hebben van de afzet buiten Europa en dan vooral Afrika. Hoewel veel mensen de indruk hebben dat Nederlandse vriestrawlers de vis voor de Afrikaanse kust wegkapen van de lokale vissers, is het tegendeel aan de orde. In 2013 hebben de Nederlandse vriestrawlers vanwege een slecht akkoord dat de EU afsloot met de regering van Mauritanië, niet in Afrikaanse wateren gevist. Dat slechte akkoord was bereikt door bemoeienis van Europarlementariërs, die op basis van eenzijdige informatie die zij van maatschappelijke organisaties toegediend kregen. Zij pleitten voor meer mogelijkheden voor lokale vissers. Op zich een nobel streven, mits er sprake is van een lokale visserij. Mauritanië is echter geen land met een visserijachtergrond. De bewoners zijn woestijnnomaden en hebben weinig tot niets op met de visserij. Net als in Gambia en Guinee Bisau zijn het vooral Senegalese vissers die de kuststrook en verder weg gelegen wateren bevissen. In Gambia is grofweg 90 procent van de aangevoerde vis afkomstig van Senegalezen. Bij verstek van de Nederlandse vriestrawlers hebben de Senegalezen in 2013 optimaal op sardine en sardinella gevist. Echter, niet voor menselijke consumptie. Daar waar de Nederlandse vriestrawlers alleen maar vis vangen die bestemd is voor menselijke consumptie en zijn weg vindt naar onder andere Nigeria, Kameroen, Ghana en Egypte, daar visten de grote Senegalese kano´s voor Chinese vismeelfabrieken. In de vismeelfabrieken langs de kust van Mauritanië, allemaal neergezet met Chinees geld, werden de vangsten verwerkt tot veevoer. Dat veevoer is nodig voor de bio-industrie in Rusland en China. Daar zijn, evenals in Nederland, grote bedrijven die hun vee moeten voorzien van voedsel. Omdat de EU zich niet geroepen voelt om het akkoord met Mauritanië te verbeteren, hebben de rederijen eieren voor hun geld gekozen. In januari zijn onder andere de SCH-24 ´Afrika´, de KW-174 ´Annelies Ilena´ en de SCH-54 ´Franziska´ naar Mauritaanse wateren vertrokken om voor menselijke consumptie op sardine en sardinella te vissen. In tegenstelling tot wat Greenpeace de laatste jaren beweert, komt er geen enkel visje dat gevangen is in Afrikaanse wateren richting Europa. De Nederlandse vriestrawlers die in Europese wateren op makreel en haring vissen beleveren eigenlijk ook vooral Afrikaanse landen. Slechts een relatief klein deel makreel en haring is bestemd voor de Nederlandse markt. Op de foto de vriestrawler SCH-81 van rederij Vrolijk, welke op zaterdag 11 januari vanuit IJmuiden is vertrokken naar de wateren voor de kust van Mauritanië. Vanaf eind januari zijn er vier efficiënt ingerichte vriestrawlers uit Nederland actief in Mauritaanse wateren. (foto W.M. den Heijer)