Veel NGO´s hebben ontzettend veel moeite met het succesverhaal omdat zij halsstarrig blijven verkondigen dat visbestanden in de Noordzee op het randje van de afgrond balanceren. Op een of andere manier weigeren zij de werkelijkheid te accepteren. En ja, ze moeten wat. Een onheilstijding zorgt voor meer impact dan een successtory. De NGO´s zijn namelijk vooral afhankelijk van negatieve berichtgeving en de daaruit voortvloeiende spin-off.
Het ledental zal echt niet toenemen als het goed gaat met een stuk natuur dat de Noordzee heet en dan komt er ook minder geld binnen om campagnes te voeren, waarvan sommige overigens best wel nuttig zijn. Nadat vissers al in de gaten hadden dat het goed gaat met de visbestanden in de Noordzee bevestigde de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES – International Council for the Exploration of the Sea) vorige maand dat het met veel visbestanden steeds beter gaat. De enorme scholstand is nog verder gestegen en ook de omvang van de bestanden van tong, tarbot, griet en kabeljauw nemen toen. De groei van al deze bestanden blijkt uit de jaarlijkse adviezen van deze raad waarin verschillende internationale biologen zitting hebben. Hoewel de Europese Unie beweert dat de groei van de visbestanden het gevolg is geweest van een scala aan maatregelen die het visserijbeleid de laatste decennia hebben vorm gegeven, stelt de ICES vast dat het komt door een afname van de visserijinspanning op de Noordzee. Immers de vlootomvang van verschillende Noordzeelidstaten is ten opzichte van pakweg vijftien jaar geleden nagenoeg gehalveerd. Naar het oordeel van de internationale biologen zijn de meeste Noordzeevisbestanden kerngezond. Alleen zeebaars en kabeljauw blijven zorgen baren. Kabeljauw is weliswaar met een inhaalrace bezig maar het bestand bevindt zich nog lang niet op een niveau van de jaren tachtig. Zeebaars is de laatste jaren een interessante vis geworden waar met name door kleinschalige vissers intensief op gevist wordt. Vissersvaartuigen die gericht op platvis vissen, willen nog wel eens zeebaars als bijvangst in de netten aantreffen. Verder zijn het vooral vissers uit Frankrijk en Engeland en een groepje staandwantvissers uit Nederland die gericht op zeebaars vissen. Er heeft dit jaar nog nooit zoveel schol in de Noordzee rondgezwommen en ook tong doet het goed. Schol en tong zijn twee platvissen die erg belangrijk zijn voor de Nederlandse kottervloot. Wat dat betreft kan iedereen met een gerust geweten volop vis uit onze Noordzee eten. En waarom ook niet. Op Vlaggetjesdag blijkt altijd maar weer hoeveel mensen op vis af komen. Op de foto zijn jong en oud gefascineerd door de vispresentatie in de visafslag van Scheveningen. (foto W.M. den Heijer)