Op vrijdagochtend 27 september verwelkomden de gebroeders Simonis een grote schare aan vissers. De vissers kwamen voor een ontmoeting met Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken. Zij wilden een maatregel bespreken waar ze totaal niet achter staan. De Staatssecretaris ging de uitdaging niet uit de weg en diende de vissers van repliek. Waar het om ging?
De vissers moeten met ingang van 2015 alle vis die ze vangen, dus ook de kleinste visjes die in het net geraken, aanlanden. Voor veel kottervissers is de aanlandplicht moeilijk te verteren. Ze begrijpen er geen snars van nu het met de meeste commerciële visbestanden in de Noordzee hartstikke goed. Volgens hen is er totaal geen reden, laat staan draagvlak, om een dergelijke maatregel in te voeren. Volgens Dijksma sluit de maatregel aan op de reeds ingezette verduurzaming van de visserij. Zelden heeft een maatregel vanuit Brussel voor zoveel onrust binnen de kottersector gezorgd als de aanlandplicht. Tijdens het gesprek dat Dijksma met de vissers en de visserijorganisaties voerde, gaven nogal wat visser blijk van weinig waardering. ´Het lijkt wel of we de klok terugzetten. Vroeger hadden we een puffabriek, die ondermaatse vis verwerkte tot vee voer. Wat moeten we met de ongewenste bijvangsten? Aan boord opslaan? Aan een vismeelfabriek aanbieden? Dat is je reinste kolder´, aldus een paar vissers uit Arnemuiden. Een visser uit Ouddorp rekende even voor dat hij twee man extra aan boord nodig heeft bij invoering van de maatregel. ´Extra werk in een periode dat je alle zeilen bij moet zetten om een goeie besomming te kunnen maken. De visprijzen zijn immers ook niet om over naar huis te schrijven. Op die manier gaan we er aan onderdoor. Bovendien zie ik het niet zitten om jonge vis te vermarkten, jonge vis die nog moet volgroeien. Je maakt dan iets kapot wat nog kans heeft´, aldus de schipper van de Ouddorper kotter. Dijksma beklemtoonde dat er een principebesluit is genomen en dat er dus geen weg terug is. Zij wil er echter wel voor waken dat de kottervloot niet kopje onder gaat en ziet graag dat de sector ammunitie aandraagt zodat zij met een verhaal naar Brussel kan afreizen. Dijksma: ´We moeten helder zien te krijgen in hoeverre de maatregel, ofwel het aanlanden van jonge vis, zich verhoudt tot bijvoorbeeld de quota en de zeedagenregeling. Evenzo belangrijk is de overlevingskans. Er is nu een gebrek aan wetenschappelijk bewijs als het gaat om de overlevingskansen van overboord gegooide jonge vis. Het zijn allemaal lastige onderwerpen, maar ik wil de sector hier graag doorheen zien te loodsen.´ Voor Dijksma is het van belang dat, nu de maatregel onafwendbaar is, er nog aan de knoppen gedraaid kan worden. ´Hoe kunnen we elkaar op een paar onderwerpen vinden? Hoe voorkomen we dat het uitloopt op een drama? We moeten aangeven wat werkbaar is en wat het jullie kost. Breng dat maar in beeld´, gaf Dijksma de vissers tenslotte mee. Na afloop was duidelijk dat een deel van de vijftig aanwezige vissers totaal geen vertrouwen heeft in de uitwerking van de aanlandplicht. Zij ervaren de maatregel als een strop omdat zij vrezen dat ze aan boord allerlei aanpassingen moeten verrichten terwijl daar geen geld voor beschikbaar is. Een ander deel wil graag aan de slag en de nodige tijd krijgen om met sterke argumenten eventueel een uitzonderingspositie af te dwingen. Vast staat wel dat een renovatie van het regime met betrekking tot de quota en zeedagenregeling noodzakelijk is. Als daar geen flexibiliteit in mogelijk is, ziet het er somber uit voor de kottervloot. Op de foto twee vissers uit Arnemuiden die in het restaurant van Simonis hun beklag doen. (foto W.M. den Heijer)