Nadat in de jaren zeventig de regeringen van de Noordzeelanden in de gaten kregen dat het lozen van afval in zee niet onbeperkt kon doorgaan en Greenpeace ook nog eens aan de bel trok naar aanleiding van onder andere het verbranden van vuil op zee en het lozen van zware metalen werden er maatregelen ingesteld. Er kwam een reductiebeleid op het gebied van verschillende afvalstoffen en in havens als Rotterdam, Antwerpen, Felixtowe en Hamburg kwamen installaties om vuil en afgewerkte olie afkomstig van de scheepvaart in te zamelen. De jaren daarna begon dat reductiebeleid zijn vruchten af te werpen. De waterkwaliteit van de grote rivieren verbeterde geleidelijk en ook de Noordzee werd steeds schoner.
De aantallen bruinvissen en Jan van Genten namen toe en dat duidde erop dat de natuur zich weer herstelde. Inmiddels is de Noordzee weliswaar een van de schoonste zeeën ter wereld, maar het kan natuurlijk altijd beter. Het is per slot van rekening van belang dat we vis eten uit een schone zee. En vissers beseffen dat maar al te goed dus dragen zij graag een steentje bij.
Schippers kunnen zich aanmelden om deel te nemen aan het zogenaamde vuilvisproject. Dat betekent dat zij gedurende de visreis grof vuil zoals plastic (vooral plastic), ijzer, lege blikken, hout en versleten touw en netwerk in een grote sterke zak (big bag) droppen, die bij terugkomst aan wal gezet wordt. De laatste jaren doen nogal wat vissersschepen mee aan dit project waarmee de Noordzee schoon blijft. De vissers zijn uiteindelijk gebaat bij een schone zee. Het is ´hun´ akker en die willen ze graag in topconditie houden. Vanuit Scheveningen doen verschillende kotters mee met het verzamelen van opgevist grof vuil. Afhankelijk van de locatie waar ze vissen, komen viskotters soms binnen met twee grote goed gevulde big bags. Op de foto een grote stevige zak op het dek van de viskotter OD-6 ´Zelden Rust´, waarin vissers het opgevangen vuil in verzamelen.